Op donderdag 23 juni 2016, de dag van het Brexit-referendum, gingen
velen naar bed met de verwachting dat de meeste Britten het vertrek uit
de EU hadden afgewezen. Op de dag erna bleek dat de meeste
opinie-peilingen er naast zaten. Wat hebben deze onderzoekers fout
gedaan? Diezelfde dag beweerden EU-tegenstanders op grond van een
peiling dat ook de meeste Nederlanders uit de EU willen stappen. Klopt
dat wel? En wat kunnen we leren van de ervaringen met onderzoek onder
homo/lesbische minderheden wereldwijd?
De onvoorspelbaarheid van kiezersgedrag
Voor
sociaal-wetenschappelijke onderzoekers wordt het steeds moeilijker om
kiezersgedrag te voorspellen. Vergeleken met vroeger zijn kiezers steeds
wispelturiger geworden. Bij het Brexit-referendum bleek dat vooral
jongere tegenstanders niet waren gaan stemmen en dat vooral oudere
voorstanders die nooit gingen stemmen dat nu ineens wel deden.
In blogbericht 149 liet
ik zien dat veel Schotten en Noord-Ieren om strategische redenen thuis
bleven of vóór stemden terwijl zij eigenlijk tegen waren. Bovendien
maken heel veel onderzoekers gebruik van internetpeilingen en dat leidt
weer tot oververtegenwoordiging van jongere tegenstemmers en tot
ondervertegenwoordiging van oudere voorstemmers. Als hun opkomstgedrag
dan ook nog eens anders is dan gebruikelijk bij verkiezingen dan zit je
er als onderzoeker snel naast.
Onderzoek onder homo/lesbische minderheden
Zelf was ik vanaf de jaren zeventig betrokken bij veel homostudies-onderzoek.
Daardoor weet ik dat onderzoek onder homo/lesbische minderheden
wereldwijd heel erg moeilijk is. Velen zijn niet bereid om mee te werken
aan onderzoek dat persoonlijk en sociaal gevoelig ligt. Daardoor is het
vrijwel onmogelijk om vast te stellen hoe groot het aantal mensen is
dat zich (ook) aangetrokken voelt tot mensen van het eigen geslacht.
Zelf ga ik er daarom van uit dat het ergens tussen de 5% en 10% ligt.
Dat is een onzekerheidsmarge die te groot is als je de uitslag wilt
voorspellen van een referendum waarbij de maatschappij in min of meer
gelijke delen is opgesplitst.
Bij homostudies is dat
opgelost door niet zozeer te kijken naar getallen maar meer naar
gevoelens, ervaringen, gedragingen en opvattingen. Over de maatschappij
als geheel hebben we al veel getallenkennis dankzij instellingen als het
CBS en het SCP. Door met tegengestelde doelgroepen diepgaande
gesprekken te voeren, kom je als onderzoekers meer te weten. Denk aan
laag- en hoogopgeleiden, ouderen en jongeren, armen en rijken,
godsdienstigen en ongodsdienstigen, grote gezinnen en alleenstaanden,
hetero's en homo's, blanken en zwarten, enzovoorts. Die gegevens kun je
dan weer koppelen aan statistieken die uit getalsonderzoeken bekend
zijn. Dat is betrouwbaarder dan weer het zoveelste internetonderzoekje
snel uit te voeren.
Is een meerderheid in Nederland voor een Nexit?
Op
de dag na het Brexit-referendum ging in heel veel media het sprookje
rond dat ook in Nederland een meerderheid voor uittreding uit de EU zou
zijn. Bij nadere beschouwing blijkt daar niets van te kloppen. In mijn vorige blogbericht heb
ik al gesteld dat media niet klakkeloos dergelijke sprookjes moeten
doorvertellen maar aan feiten moeten toetsen. Dan was meteen duidelijk
geworden waarom het niet klopt. Het was gebaseerd op slechts één
internetpeiling van Een Vandaag. Daaruit bleek dat van de ondervraagden
maar 48% voor uittreding was, 7% twijfelde en 45% tegen was. Dat is dus
geen meerderheid vóór want dat is nog altijd de helft plus één of meer.
In blogbericht 139, Referendum? Schijnvertoning!,
over het Nederlandse Oekraïne-referendum heb ik berekend dat een zeer
kleine minderheid van slechts 20% van de stemgerechtigden het doet
voorkomen alsof zij een meerderheid van de Nederlanders
vertegenwoordigen. Ook hier trappen veel media in deze valkuil door deze
leugen als een willoos doorgeefluik verder te vertellen.
Ik
heb de belangrijkste peilingen uit de periode vóór Brexit nog even
nagelopen en daaruit blijkt dat in al die peilingen er geen meerderheid
voor uittreding is. Peil.nl vond 43% voor, 11% twijfel en 46% tegen.
Ipsos vond 34% voor en 66% tegen. TNS/NIPO vond 35% voor, 15% twijfel en
51% tegen. En I&O vond 22% voor, 11% twijfel en 67% tegen. Zulke
gigantische verschillen wijzen er al op dat deze peilingen niet
betrouwbaar zijn. Deels komt dat omdat sommige peilers gebruik maken van
internetters die zich voor opiniepeilingen aanmelden waardoor dergelijk
'onderzoek' open staat voor manipulatie door anti-EU-activisten.
Hoe dan wel?
Media
zouden niet ieder onderzoekje voor zoete koek moeten slikken maar eerst
even moeten nagaan of de resultaten wel kloppen. Opiniepeilers zouden
kwalitatief sterker onderzoek moeten doen en misbruik door activisten
trachten te voorkomen. Lezers en ondervraagden zouden beter ingelicht
moeten worden over de context waarbinnen een onderzoek plaats vindt. Zo
kan een Nexit-referendum in Nederland juridisch helemaal niet omdat
daarvoor een parlementair besluit moet zijn genomen. In een sterk
polariserende samenleving is niemand gebaat bij feitenvrije
stemmingmakerij!
Naschrift. Dit blogbericht past in de serie Mediakritiek. Het best bekeken in deze serie is nummer 80 over de World Press Photo 2014. Dat wordt in populariteit gevolgd door de blognummers 34 over Vijf misverstanden over democratie, 74 over Valse nichten, 63 over Mediamissers, 4 over Levensgevaarlijke preutsheid, 44 over Mediamanipulatie, nummer 56 over de Mediawet van schijnbare achteruitgang, 62 over Geschiedvervalsing, nummer 52 over Het monster Trotteldrom en nummer 139 over Referendum? Schijnvertoning! (de snelste stijger in deze groep). Het nieuwste bericht is nummer 151: Feiten zijn niet "ook maar een mening"!
Op 20 juli 2016 ontving ik een bericht van Yahoo UK News: "Many
Dutch voters share his eurosceptic views and, if he is elected Prime
Minister next year (he’s currently ahead in the polls), a referendum
could follow – but it would require huge legal changes." Weer een klassiek voorbeeld van Britse volksverlakkerij. In Nederland wordt geen minister-president verkozen. In de peilingen komt de PVV niet verder dan een kwart of een derde. Dat laat voldoende Kamerzetels over om een coalitie te vormen waarin de PVV niet zit en ruim voldoende om een grondwetswijziging tegen te houden die voor een referendum over Nexit nodig zal zijn. Wie corrigeert deze Britse onzin?
Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.