zaterdag 18 juni 2016

148. Homo/lesbische vooruitgang (3)

Op 12 juni 2016 vond de grootste aanslag ooit plaats op een homo/lesbische bijeenkomst. Bij het bloedbad in Orlando in Florida (VS) werden van de ongeveer 300 homo/lesbische bezoekers zeker 49 gedood en 53 gewond, waarvan enkele zeer ernstig. De schutter, Omar Mateen, was een 29-jarige Amerikaan van Afghaanse afkomst die kennelijk worstelde om zijn homoseksualiteit te doen overeenstemmen met zijn islamitische achtergrond. Zijn vrouw wist naar eigen zeggen van zijn plannen en was er bij aanwezig toen hij het wapen kocht maar ging niet naar de politie. Wereldwijd werd deze aanslag afgekeurd en in vele tientallen steden vonden herdenkingen plaats. De International Humanist and Ethical Union veroordeelde de aanslag en riep op om wereldwijd de homohaat aan te pakken. Zoals ik eerder schreef in mijn blog is homoseksualiteit in zo'n zeventig landen strafbaar waarvan in negen islamitische landen met de doodstraf. Waarom plaats ik dit rampzalige bericht toch in mijn serie over homo/lesbische vooruitgang? Omdat de geschiedenis leert dat de homo/lesbische beweging hier onder bepaalde voorwaarden sterker uit kan komen.

Strafbaarstelling leidde tot oudste nog bestaande homo/lesbische beweging
In 1811 werd met dank aan de Franse en de Bataafse Revolutie de doodstraf op homoseks afgeschaft in de Nederlandse gewesten. In 1911 zorgde een meerderheid van christelijke partijen er voor dat homoseks weer strafbaar werd in Nederland tussen meerderjarigen (21 en ouder) en minderjarigen: artikel 248-bis WvS. Dat was voor jonkheer Jacob Schorer (1866-1957) aanleiding om het Nederlandsch Wetenschappelijk Humanitair Komitee op te richten. Het was het begin van de wereldwijd oudste nog bestaande homo/lesbische beweging.

Zoals ik beschreef in de blogberichten nummer 32 over Mijn eerste vriendje en nummer 37 over de Rampenzomer 1967 was artikel 248-bis bijna de nekslag geworden van mijn leven. Na mijn 21ste verjaardag zou ik voor het anderhalf jaar durende leeftijdsverschil met hem strafbaar zijn geweest met alle ernstige gevolgen van dien. Nu kwam er een afgedwongen einde aan onze relatie. Dit persoonlijk drama was voor mij een doorslaggevende reden om actief te worden in de homo/lesbische beweging. In 1971 werd dankzij die beweging het discriminerende artikel 248-bis afgeschaft, mede omdat de christelijke partijen toen geen meerderheid meer hadden in de volksvertegenwoordiging.

Homovervolging WO II stimuleerde homo/lesbische zelforganisatie
De homovervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog betekende het einde van het NWHK maar het begin van de voortzetting ervan in het COC. De man die deze twee organisaties verbond, was de verzetsstrijder Jaap van Leeuwen (1892-1978). Waar het NWHK zich beperkte tot het benaderen van sleutelfiguren en bondgenoten, voegde het COC daar de homo/lesbische zelforganisatie aan toe. Dit leidde niet alleen tot de afschaffing van artikel 248-bis maar ook tot steeds grotere gelijke behandeling, onder andere in de Grondwet van 1983, waaraan ik ook heb mogen bijdragen. Zie mijn blogbericht 105 over Homo/lesbische politiek.

Strijd tegen aids maakte een einde aan homoseksualiteit als ziekte
In diezelfde tijd dreigde een levensbedreigende ziekte een einde te maken aan de bereikte emancipatie. In blogbericht 115 beschrijf ik hoe de strijd tegen aids er toe leidde dat de
Wereldgezondheidsorganisatie WHO homoseksualiteit schrapte van de ziektelijst. Omdat de aidspreventie alleen goed kon werken als zoveel mogelijk mannen die seks hebben met mannen meewerken. En omdat homoseksualiteit geen ziekte is. Niet homoseksualiteit is het probleem maar de maatschappelijke veroordeling ervan.

Nabestaanden van slachtoffers aids versnelden openstelling huwelijk
In de jaren tachtig heb ik vele vrienden verloren die aan aids overleden. Dat leidde soms tot extra ellende omdat homovijandige families van de overledenen alsnog wraak wilden nemen op hun levenspartners door hen uit ziekenhuizen en van begrafenissen te weren. Ook was het erfrecht van mannenparen niet geregeld. Bij velen in de homo/lesbische beweging groeide het besef dat huwelijksgelijkberechtiging noodzakelijk was om de rechten van beide partners te beschermen.

De wereldwijde beweging tot openstelling van het huwelijk voor paren van gelijk geslacht is zeer succesvol. Die beweging begon in Nederland (2001) en ging door in Belgiƫ (2003), Spanje (2005), Zuid-Afrika (2006), Noorwegen (2009), Zweden (2009), Portugal (2010), IJsland (2010), Argentiniƫ (2010), Denemarken (2012), Braziliƫ (2013), Frankrijk (2013), Uruguay (2013), Nieuw-Zeeland (2013), Engeland (2014), Wales (2014), Schotland (2014), Luxemburg (2015), Verenigde Staten (2015), Ierland (2015), Colombia (2016) en Finland (2017). Wat kunnen wij hier van leren?

Tegenwind kan je vooruit doen gaan
Zeilers weten dat je met tegenwind snel vooruit kunt komen dankzij een handig gebruik ervan. Hierboven gaf ik een paar voorbeelden hoe de homo/lesbische beweging tegenwind wist om te zetten in vooruitgang. In een volgend blogbericht zal ik uiteenzetten aan welke voorwaarden voldaan moet worden om dat tot stand te brengen. In ieder geval is het wel duidelijk dat het drama in Orlando er niet toe hoeft te leiden dat de homo/lesbische minderheid weer de kast in duikt!


Naschrift. Op 15 juni 2016 werd bekend dat Nederland en Uruguay een wereldwijde LHBTI-conferentie organiseren van 13 tot 15 juli 2016 in Montevideo.  Op 16 juni 2016 besloot de Europese Unie meer aandacht te besteden aan het bestrijden van discriminatie van lhbt. Op 17 juni 2016 verspreidt de Huffington Post een leuk filmpje over elkaar zoenende mannen voor mensen die daar moeite mee hebben. Op 19 juni 2016 bezochten 50.000 mensen een herdenking in Orlando van de slachtoffers. Op 22 juni 2016 schrijft PvdA Tweede Kamerlid Ahmed Marcouch in het dagblad Trouw dat islamieten homo's juist moeten beschermen in plaats van hen aan te vallen. Op 23 juni zetten de Democraten in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden een zitdemonstratie voort tegen de weigering van de Republikeinen om te stemmen over een wapenbeperking. Op 26 juni loopt de Amerikaanse presidentskandidaat Hillary Clinton mee in de Gay Parade in New York. Op 27 juni 2016 komt naar buiten dat de paus vindt dat homo's excuses verdienen van christenen en kerk: homo's moeten met respect behandeld worden. Op 31 juni 2016 blokkeert een Amerikaanse rechter een antihomowet in de staat Mississippi die godsdienstigen wilde toestaan om op grond van homoseksualiteit te discrimineren. Op 1 juli 2016 wordt op Puerto Rica een monument onthuld ter nagedachtenis aan de 49 slachtoffers van de aanslag in Orlando, waarvan 23 van Puerto Ricaanse afkomst waren. Het internetmagazine De Correspondent kleurt in juli roze. Op 9 juli 2016 vertelt televisiepresentator Peter van der Vorst in de Leeuwarder Courant hoe hij door homohaters werd aangevallen toen hij aandacht had besteed in RTL Late Night aan de aanslag in Orlando; hij werd daar juist weerbaarder van: "Je moet je stem laten horen". Op 12 juli 2016, een maand na de aanslag in Orlando, willen de Republikeinen in het Amerikaanse Congres godsdienstige vormen van discriminatie op grond van homoseksualiteit wettelijk mogelijk blijven maken. Op 27 juli 2016 werd bekendgemaakt dat Orlando een permanente gedenkplaats krijgt ter herdenking van de slachtoffers. Op 5 augustus 2016 bezoekt de openlijk homoseksuele premier van Luxemburg de gedenkplaats in Orlando. Op 6 augustus 2016 evenaart de Euro Pride Canal Parade in Amsterdam recordaantal toeschouwers van vorig jaar: Orlando heeft geen afschrikkende werking gehad. Op 25 augustus 2016 maken de ziekenhuizen in Orlando bekend dat zij de medische kosten van meer dan 5 miljoen dollar niet in rekening zullen brengen van de slachtoffers van de aanslag. Begin november 2016 maakt de gemeente Orlando bekend het gebouw van de aanslag te willen kopen om er een gedenkplaats in te richten. Op 10 november 2016 werd bekent dat naar aanleiding van Orlando de groep K3 zingt over homo- en transseksualiteit op haar nieuwe album. Op 12 mei 2017 werd bekend dat het gebouw waar het bloedbad plaats vond een museum zal worden. Op 23 februari 2018 werd een plan bekend gemaakt voor de oprichting van een gedenkteken. Op 30 maart 2018 werd de weduwe van de dader
vrijgesproken van betrokkenheid.



Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten