zaterdag 28 november 2015

121. IHEU & Scandinavië

Tijdens mijn voorzitterschap van de IHEU voelde ik mij op bezoek bij humanistische organisaties (na Nederland en Vlaanderen) het meeste thuis in Scandinavië. En sinds ik in Friesland woon is dat gevoel alleen maar versterkt omdat de Friese cultuur heel vaak Scandinavisch aandoet. Scandinavië is bovendien een goed voorbeeld om te laten zien waarom binnen vergelijkbare culturen sommige humanistische bewegingen slagen en andere niet. En om duidelijk te maken hoe humanistische en homo/lesbische emancipatie samenhangen.

Humanistische organisaties
Ik bespreek hier de Scandinavische humanistische organisaties per land op alfabetische volgorde. Het Deense Humanistisk Samfund (opgericht in 2008) kwam moeilijk van de grond omdat de Deense staatskerk nogal liberaal is waardoor vele humanisten niet de noodzaak zagen om zich te organiseren. Toch is het alsnog gelukt om een humanistische organisatie te beginnen die inmiddels meer dan 600 leden telt. De scheiding van kerk en staat is een belangrijk punt omdat Denemarken nog steeds een staatskerk heeft. Hiermee samen hangt het streven om een humanistisch alternatief voor het godsdienstonderwijs op scholen te ontwikkelen zoals in Nederland en Vlaanderen het geval is.

De Finse humanistische organisatie Suomen humanistiliitto bestaat sinds 1968 maar stelt heel weinig voor. Ze zijn voorbij gestreefd door de Finse vrijdenkers die al sinds 1945 bestaan. Zij hebben meer dan 1800 leden en zijn inmiddels aangesloten bij de Europese Humanistische Federatie. In Finland is het levensbeschouwelijk onderwijs als alternatief voor het godsdienstonderwijs de belangrijkste activiteit.

Het Noorse Human-Etisk Forbund (opgericht in 1956) is wereldwijd gezien, omgerekend naar het aantal inwoners, de grootste humanistische organisatie met meer dan 84.000 leden. Dit is in belangrijke mate te danken aan hun oud-voorzitter Levi Fragell met wie ik enkele jaren co-president van de IHEU was. Een belangrijk resultaat was de opheffing van de (nogal conservatieve) lutherse kerk als staatskerk en de gelijke behandeling van humanistische en kerkelijke activiteiten. Een belangrijk knelpunt was de humanistische toegang tot het onderwijs als alternatief voor het godsdienstonderwijs. Ik heb jarenlang in Noorwegen veel (Engelstalige) lezingen gehouden en hun jaarcongressen bijgewoond en was inmiddels in staat om de vergaderingen in het Noors redelijk te volgen. Denen, Noren en Zweden verstaan elkaar onderling goed en Scandinavië lijkt wat dat betreft op de Fryske taalfrede.

Een vergelijkbaar succesverhaal is op IJsland van toepassing. Het Sidmennt bestaat sinds 1990 en hun succes is in belangrijke mate te danken aan Hope Knútsson. IJsland heeft maar weinig inwoners en het ledental van meer dan duizend leden is verhoudingsgewijs hoog. Net als in Noorwegen, Nederland en België is ook hier de strijd voor humanistische gelijkberechtiging en voor een alternatief aanbod voor kerkelijke activiteiten een goede verklaring voor het succes.

Wat voor Denemarken gold, gold ook voor het Zweedse Humanisterna: last van een liberale staatskerk waardoor veel humanisten de noodzaak tot zelforganisatie niet zagen. Opgericht in 1979 heeft het nu meer dan 400 leden en is het dus inmiddels in dit opzicht door de humanisten in Denemarken ingehaald. Ook in Zweden heb ik enkele jaarcongressen meegemaakt en (Engelstalige)  lezingen gehouden.

Homo/lesbische organisaties
Tijdens mijn humanistische lezingen in Scandinavië viel mij de grote homo/lesbische aanwezigheid op. Anders dan tijdens mijn lezingen in de rest van de wereld (buiten Nederland en Vlaanderen waar dat ook het geval was) bleek er een grote overlap te zijn tussen de humanistische en de homo/lesbische bewegingen. In Denemarken is dat de LGBT-Danmark (opgericht in 1948), in Finland is dat Seta (1974), in Noorwegen is dat de LHH (1952), in IJsland is dat Samtökin'78 (1978) en in Zweden is dat de RFSL (1950). Het Nederlandse COC is opgericht in 1946 en kent net als alle Scandinavische homo/lesbische organisaties een goede samenwerking tussen mannen en vrouwen. In de rest van de wereld is dat aanzienlijk minder het geval, zijn de meeste homo/lesbische organisaties veel later opgericht en wordt er minder nauw met de humanistische beweging samengewerkt.

En er zijn nog enkele overeenkomsten. In Nederland is het huwelijk opengesteld voor paren van gelijk geslacht in 2001, in België in 2003, in Denemarken in 2012, in Finland gebeurt dat in 2017, in Noorwegen was dat in 2009, in IJsland in 2010 en in Zweden in 2009. Deze landen zijn wereldwijd koplopers in de strijd voor huwelijksgelijkberechtiging. IJsland heeft wereldwijd van 2009 tot 2013 de eerste openlijk lesbische premier gehad, Jóhanna Sigurðardóttir, en België van 2011 tot 2014 de eerste openlijke homo-premier, Elio di Rupo. Dat was alleen maar mogelijk dankzij het feit deze samenlevingen het humanistisch beginsel van zelfbeschikking hadden omarmd en dat zowel de homo/lesbische als de humanistische emancipatiebewegingen zich goed georganiseerd hadden.

Scandinavië, Nederland en Vlaanderen
Van 1952 tot 2015 heeft de IHEU altijd een Nederlandse, Noorse of Vlaamse (co)president gehad met uitzondering van een korte onderbreking van 2003 tot 2006. Bijna de helft van alle inkomsten van de IHEU kwamen uit deze gebieden. Zij vertegenwoordigen een vorm van humanisme die niet zozeer theoretisch maar vooral praktisch gericht is door concrete humanistische alternatieven aan te bieden voor kerkelijke activiteiten. Zij hebben hun strijd voor gelijkberechtiging gevoerd door zelforganisatie, en door bondgenoten (zoals de vrouwen- en homo/lesbische beweging) en sleutelfiguren (onder andere in de politiek) te benaderen. Dankzij de strijd zowel tégen kerkelijke bevoorrechting als vóór praktische dienstverlening kregen zij draagvlak in het buitenkerkelijk deel van de bevolking. Hun successen vormen de ruggengraat van de internationale humanistische beweging!

Naschrift: Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.