zaterdag 21 november 2015

120. IHEU & België

Als beginnend voorzitter van de IHEU wilde ik kennismaken met de twee min of meer humanistische universiteiten in Brussel. De Nederlandstalige Vrije Universiteit Brussel en de Franstalige Université libre de Bruxelles. Omdat ze beide op dezelfde campus liggen, dacht ik snel van de eerste naar de tweede afspraak te kunnen wandelen. Maar toen bleek dat de twee universiteiten gescheiden werden door een bijna onneembare dijk waar ik me met moeite door het struikgewas kon worstelen. Een dijk als taalgrens: dat was ik nog niet eerder tegengekomen! Geen Berlijnse muur maar een Brusselse dijk. Een merkwaardige ontmoeting in het België van een helaas eeuwenoude taalstrijd.

Omdat Brussel officieel een tweetalige stad is, kwam ik (in het Frans) bij de ULB met het voorstel dat ik Nederlands zou spreken en de gastheren Frans. Maar dat mocht niet: Nederlands spreken was er verboden. Ik moest toen denken aan de (Franstalige) lezingen die ik in Frankrijk had gegeven. Die begon ik met het grapje dat ik mij verontschuldigde voor mijn onvolmaakte Frans maar dat ik aannam dat mijn Frans beter was dan hun Nederlands. Dat werd steevast als een erge belediging opgevat: de gedachte dat Fransen een minderwaardig taaltje als het Nederlands zouden willen leren was onverdraaglijk! Ik neem al jaren deel aan een Europese humanistische discussiegroep op internet. Daar maakte ik eens de fout om een Nederlandstalig bericht aan een Vlaming naar het hele netwerk te sturen. De haat tegen het Nederlands spatte af van de berichten van enkele Fransen die zich kennelijk persoonlijk beledigd voelden dat zij dit achterlijke taaltje ('patois') te lezen kregen. Voor de verschillen tussen de Vlaamse taalstrijd en de Friese taalvrede verwijs ik naar mijn Tresoar-lezing Identiteit als keuze.

In de jaren dat ik actief was in de Nederlandse en in de internationale humanistische beweging ben ik vele malen door geestverwanten uitgenodigd om lezingen te geven in Vlaanderen, enkele malen in Frankrijk maar nimmer in Franstalig België. Ik heb wel goede herinneringen overgehouden aan de keren dat ik (Nederlandstalige) gastcolleges gaf aan studenten Neerlandistiek in Franstalig België. In de afgelopen eeuwen zijn veel Vlamingen om economische redenen naar Franstalig België verhuisd waar men heel veel Vlaamse achternamen aantreft. Friezen die om diezelfde redenen uit Friesland zijn vertrokken, zijn nog altijd trots op hun afstamming. Lees mijn blogbericht over  It wrede paradys. Ik heb nog nooit een Franstalige Belg ontmoet die trots was op zijn Vlaamse afkomst. En de vele werkeloze Franstalige Belgen zijn meestal niet bereid om werk te zoeken in Vlaanderen waar het economisch veel beter gaat. 

HVV & CAL
In Vlaanderen werd in 1951 naar Nederlands voorbeeld een eigen Humanistisch Verbond opgericht. Dat is inmiddels opgegaan in de Humanistisch Vrijzinnige Vereniging. In Vlaanderen heb ik zowel met de bestuurders als met de medewerkers vriendschappelijke betrekkingen onderhouden. In Franstalig België werd in 1969 naar Frans voorbeeld een Centre d'action laïque opgericht. Maar toch is er een belangrijk verschil. In Frankrijk staat de volstrekte scheiding van kerk en staat centraal: het neutralisme. In geheel België wordt net als in Nederland uitgegaan van een pluralistische benadering: een gelijke behandeling en ondersteuning van zowel godsdienst als levensbeschouwing. Ook is er in België net als in Nederland aandacht voor het bieden van een ongodsdienstig alternatief voor de kerken in de vorm van (wat in Nederland genoemd wordt) het humanistisch vormingsonderwijs en de humanistische geestelijke verzorging. Het begrip humanisme is in Franstalig België helaas gekaapt door de Franstalige christen-democraten waardoor net als in Frankrijk en anders dan in de rest van Europa verwarring omtrent de humanistische identiteit bestaat onder Franstaligen.

EHF/FHE
In 1991 was ik in Praag een van de oprichters van de Europese Humanistische Federatie EHF/FHE, waarvan ik van 1991 tot 1999 vicevoorzitter was. Daar was aanvankelijk verzet tegen vanuit Engelstalige bestuurders van IHEU-lidorganisaties. Zij leden aan een kwaal die ik vaker in humanistische kringen ben tegengekomen: een uiterst dogmatisch opgevat internationalisme dat niet te verenigen zou zijn met iedere vorm van nationalisme, zoals bijvoorbeeld de open Fryske mienskip. Het begrip gelijkheid wordt in die kringen opgevat als gelijkvormigheid. In een ideale wereld zou er naar hun mening maar plaats zijn voor één staat en één taal, in hun geval het Engels.

Naar mijn mening houdt de humanistische opvatting van gelijkheid geen gelijkvormigheid in maar gelijkwaardigheid. Geen eenvormigheid maar veelvormigheid. Geen eentaligheid maar veeltaligheid. Geen dictatuur van een meerderheid maar zelfbeschikking voor individuen en zelfgekozen zelforganisatievormen van minderheden. Gelukkig kon ik als IHEU-voorzitter de tegenstanders er van overtuigen dat het voor de humanistische belangenbehartiging noodzakelijk was om in Brussel een humanistische Europese organisatie te vestigen. Die is er gekomen op de Franstalige campus van de ULB. Ik heb toen wel bedongen dat er voldoende Engelskundige medewerkers en vrijwilligers zouden komen om te voorkomen dat de EHF/FHE een uitsluitend Franstalige organisatie zou worden. Dit is naar tevredenheid geregeld zoals onder andere blijkt uit de website humanistfederation.eu. Ook mijn verlangen dat niet alleen de Franse neutralistische maar ook de Nederlands/Belgische pluriforme benadering naar voren gebracht zou worden, werd aanvaard. Inmiddels hangt het merendeel van de Europese humanistische lidorganisaties de pluralistische benadering aan. Ik was van 1994 tot 1999 voorzitter van de European Humanist Professionals waaraan humanistische onderwijsgevenden en geestelijke verzorgers uit meerdere Europese landen deelnemen.

De taakverdeling tussen de IHEU en de EHF/FHE was lange tijd een bron van spanningen omdat vooral de Amerikaanse humanistische pionier Paul Kurtz in Europa initiatieven ontwikkelde, zoals in Rusland, Spanje en Griekenland. Dat zagen sommige lidorganisaties van de EHF/FHE als een Amerikaanse inmenging in Europese aangelegenheden. Ik kon hen uiteindelijk geruststellen dat, mochten daar humanistische organisaties ontstaan, zij ongetwijfeld lid van de EHF/FHE zouden worden. Hetgeen geschiedde. Ook bleef ik de vertegenwoordiging van de IHEU bij de Raad van Europa mede bemensen omdat een aanvrage vanuit de EHF/FHE om die over te nemen niet bij voorbaat zeker was. Maar dankzij veel polderen werden de meeste plooien glad gestreken.

De EHF/FHE heeft veel bereikt om de gelijke behandeling van humanisten in de Europese Unie te bewerkstelligen. Vooral de Franse voorzitter van de Europese Commissie Jacques Delors stond daar tijdens zijn voorzitterschap van 1985 tot 1995 voor open. De EHF/FHE heeft in de begintijd veel gehad aan de Franstalige, Nederlandskundige, Brusselaar Claude Wachtelaer, met wie ik nauw samenwerkte. Hij leidde vanuit de EHF/FHE een door de EU gesteund project om de contacten tussen godsdienstige en levensbeschouwelijke organisaties in Europa te verbeteren.  Zo heeft de Belgische ervaring om om te gaan met taal- en cultuurverschillen op de grens tussen Noord- en Zuid-Europa ook de humanistische beweging in Europa helpen versterken. De bovengenoemde Brusselse dijk werd alsnog een culturele brug!


Naschrift:
Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.