zaterdag 21 juni 2014

47. Leerzaam avontuur

Omdat er wereldwijd steeds meer nieuwe lezers bijkomen, is het nuttig om af en toe even te melden dat ik in mijn blog voorpublicaties plaats uit mijn memoires in wording. Dat doe ik aan de hand van drie hoofdlijnen: homoseksualiteit, humanisme en onderwijs. Wat mijn homoseksualiteit betreft, begon ik met blogbericht 28: Homojeugd, gevolgd door 32: Mijn eerste vriendje37: Rampenzomer 196740: Benno Premsela, een nieuwe vader en 45: Gerard Reve & Antoine Bodar. Nu: een leerzaam avontuur.

UTRECHT & EINDHOVEN 1969-1971

Tijdens mijn wilde jaren leerde ik iemand kennen die mijn leven op een aantal punten beïnvloed heeft: de redacteur van Vrij Nederland Jan Rogier. Hij en zijn levenspartner Pieter hadden een open relatie en zo kwam het dat Jan en ik een weekje doorbrachten in het tweede huisje van de ons bevriende Bas en Cees in het Friese Klooster-Lidlum. Een oude boer uit de buurt hield (zoals gebruikelijk met veel tweede huisjes) een oogje in het zeil. Het was begin 1969 ijzig koud maar samen in de bedstee was het genoeglijk warm. De eerste ochtend stond plotseling een man in het huisje. Ik schrok mij wild en mijn schokkende ervaring met de ontzette moeder van mijn eerste vriendje uit de rampenzomer 1967 speelde op. Maar de oude Friese boer straalde een en al rust uit en zei: "Goemoarn. It's ja stjerrende kâld. Tegearre yn't bedstee is't goed út te hâlden!" Deze eerste kennismaking met de beroemde Friese nuchterheid smaakte naar meer.


Jan Rogier vertelde mij over de gesprekken die hij had gevoerd met homomannen die in de Tweede Wereldoorlog waren vervolgd maar daar na de oorlog niet mee naar buiten dorsten te komen. Over de spoorloos verdwenen archieven van de advocate Lau Mazirel die veel slachtoffers had bijgestaan. Over de onwil van Loe de Jong om dit verzwegen hoofdstuk uit de vervolgingsgeschiedenis aan de orde te stellen. Dit was voor mij een belangrijke drijfveer om te beginnen aan de geschiedschrijving van homovervolging en -bevrijding, het onderwerp van mijn proefschrift in 1982.

Jan Rogier was er trots op dat hij er voor gezorgd had dat Vrij Nederland als een van de weinige bladen homocontactadvertenties plaatste. Op de bekende ontmoetingsplaatsen voor homomannen leerde ik geen mannen kennen die een duurzame partner zochten. En de meeste mannen die ik tegenkwam die wel een duurzame relatie wilden die hadden er vaak al een. In die hopeloze zoektocht naar een onbekende speld in een ongrijpbare homoseksuele hooiberg kon de contactadvertentie een oplossing zijn. Hij had wel een paar raadgevingen: verwacht er niet te veel van, schrijf geen ellenlange verhalen over jezelf, plaats zelf een advertentie en reageer niet op een advertentie van een ander want in die tijd kon je nog ontslagen worden als bekend werd dat je homo was en er lagen vaak chanteurs op de loer, zoals nu in Rusland.

Het is in deze tijden van internet en mobiele netwerken niet meer voor te stellen maar homocontactadvertenties waren in die tijd een heel gedoe, meestal met schuilnamen, anonieme postbussen en geheime ontmoetingsplaatsen als was het spionage. De oogst van mijn eerste contactadvertentie was mager. Inderdaad veel ellenlange overwegend wanhopige verhalen, gedoe met schuilnamen en anonieme postbussen. Maar er sprong er één uit. John uit Eindhoven was vijftien jaar ouder dan ik, hij was manager bij een goed bekend staand bedrijf in Brabant en hij straalde een zelfverzekerdheid uit die ik nog weinig was tegengekomen.

Achteraf gezien hadden er alarmbellen moeten gaan rinkelen maar ik was op dit gebied nog zo groen als gras. Ik kreeg een tweedehands Volvo Amazon van hem. Dat kwam goed uit want Eindhoven was niet naast de deur vanuit Utrecht en ik reed veel heen en weer. Maar ik zei meteen dat ik hem op afbetaling wilde kopen, wat ik ook gedaan heb. Verder wilde hij mij als een kerstboom optuigen met allerlei kostbare sieraden, wat ik weigerde want daar houd ik al helemaal niet van. Hij betaalde allerlei reisjes voor mij, zoals in de winter van 1970 naar Praag. Ik had nog nooit gevlogen en de rammelende Tupolev werd door de bliksem getroffen en maakte een noodlanding bij Karlovy Vary (het vroegere Karlsbad). Dat leverde mij een vliegangst op die ik maar mondjesmaat ben kwijtgeraakt.

Maar er was een veel belangrijkere reden waarom het fout ging: zijn tomeloze jaloezie. Er hoefde maar een man naar me te kijken of er was ruzie. En de ouderlijke ruzies uit mijn jeugd maakten dat ik daar niet tegen kon. Ik maakte het dus eind 1971 uit, zeer tot het verdriet van mijn moeder die als een blok voor de charmeur gevallen was. Als tegemoetkoming mocht zij voor de teckel zorgen die hij mij geschonken had. Omdat ik weinig thuis was, bleek dat een onverantwoord geschenk. Maar mijn moeder was zeer gelukkig met deze zenuwlijder en zij begon zelfs een verzameling van alle mogelijke soorten namaakteckels aan te leggen. Daaraan heb ik nog zes teckelmessenleggers overgehouden als aandenken aan een leerzaam avontuur. Zo was ik weer alleen. Wat wijzer geworden over mijn ongeschiktheid voor monogame relaties met jaloerse mannen. Maar met (zoals de tekst op het Homomonument luidt) "naar vriendschap zulk een mateloos verlangen". Tot ik begin 1972 in Vrij Nederland een contactadvertentie zag die mijn leven geheel zou wijzigen!  



Zie voor het vervolg blogbericht 48: Jubeljaar 1971.
Naschrift: Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.