zaterdag 15 maart 2014

33. Fryske gemeenteriedsferkiezings

Op zaterdag 31 augustus 2013 schreef ik in blogbericht 9. Vlaanderen & Friesland: "veel van de hedendaagse problemen in België hadden vermeden kunnen worden als Walen en Vlamingen beter naar de Friese geschiedenis hadden gekeken. Zo is het een verademing om te zien hoe Friestaligen en niet-Friestaligen in Friesland met elkaar omgaan (Mienskip ofwel gemeenschapszin) in vergelijking met de minachting waarmee de meerderheid van de Franstaligen weigert Nederlands te leren verstaan".

Inmiddels wordt de taalvrede in Friesland bedreigd door een aantal Friesvijandige lieden die duidelijk niets geleerd hebben van de taalstrijdellende in onder andere Baskenland, België, Catalonië, voormalig Joegoslavië, Turks Koerdistan en Oekraïne. Zij beseffen kennelijk niet dat zij spelen met vuur. In de loop der eeuwen zijn de meeste Friezen heel gematigd en verdraagzaam omgegaan met anderstaligen die er kwamen wonen. Niemand werd gedwongen Fries te spreken maar het werd wel op prijs gesteld als men het leerde verstaan. Voor de meeste Friesonkundige Nederlanders is dat niet moeilijk zoals ik in de afgelopen tien jaar als nije Fries heb mogen ervaren. Friesland is voor mij een warm meertalenbad.

Op 16 november 1951 leerde Kneppelfreed aan Nederland dat hooghartige rechters te ver gingen die weigerden toe te staan dat Fries werd gesproken in Friese rechtbanken. Met dank aan deze Friesvijandige rechters zijn sindsdien de rechten van Friestaligen aanzienlijk verbeterd. Sinds 1 januari 2014 is er voor de tweede rijkstaal een eigen Friese taalwet. Dat is onder andere een uitwerking van het Europese Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden en het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. Zo is bijvoorbeeld het recht geregeld om topografische aanduidingen in de eigen taal te gebruiken.

Geheel in strijd met deze regel heeft de gemeente Súdwest-Fryslân april 2013 besloten om op de plaatsnaamborden bij alle steden en dorpen de Nederlandse naam boven de Friese naam te plaatsen, ongeacht wat de betrokken bewoners daar zelf van vinden. Het provinciebestuur van Fryslân heeft er juni 2013 terecht op gewezen dat dit strijdig is met bovengenoemde verdragen. Friesgezinden volgen nu de juiste juridische weg om dit te veranderen zonder enige stemmingmakerij tegen andersdenkenden.

Dat liep heel anders toen het omgekeerde gebeurde. De nieuwe gemeente De Fryske Marren koos in lijn met bovengenoemde verdragen voor een Friese naam, hetgeen bovendien door de meerderheid van de bevolking gewenst werd. Meteen begonnen Friesvijandige lieden een hetze met overwegingen die ik hieronder zal bespreken.

1. "Die nieuwe plaatsnaamborden kosten teveel geld". Die overweging werd niet gebruikt toen Súdwest-Fryslân zo nodig alle plaatsnaamborden wilden vernederlandsen. Bovendien zal men dat geld toch moeten uitgeven als de rechters zullen bepalen dat bovengenoemde verdragen geschonden zijn. En uit eigen ervaring weet ik dat langs de taalgrens in België heel veel geld is uitgegeven omdat de betrokken bewoners het niet eens waren met plaatsnaamborden en wegwijzers. Grootschalige en herhaaldelijke vernielingen waren het gevolg.

2. "De toeristen blijven weg". De meeste toeristen vinden het juist aantrekkelijk om eens wat anders aan te treffen dan thuis. Blijven de vele Duitse toeristen uit Nederland weg omdat de plaatsnaamborden in het Nederlands zijn? Of Nederlandse toeristen uit Frankrijk omdat de borden in het Frans zijn? Toeristen blijven eerder weg wanneer haatzaaiers bevolkingsgroepen tegen elkaar opstoken.

3. "Het gebruik van Fries is slecht voor de economie".  Binnenlandse investeerders kunnen overal in Fryslân met Nederlands terecht. Buitenlandse investeerders blijven niet weg omdat in andere landen andere talen worden gesproken. Dankzij het Fries/Nederlands/Engelse onderwijs in Fryslân kunnen buitenlandse investeerders hier heel goed zaken doen. In België gingen buitenlandse investeerders graag naar het meertalige Vlaanderen en zij bleven vaak weg uit Franstalig België omdat daar de kennis van andere talen dan de zogenaamde "wereldtaal Frans" heel slecht was.

4. "Friestaligen zijn onverdraagzaam". Het tegendeel is het geval. Friestaligen begonnen geen hetze tegen Friesonkundigen toen de minderheidsrechten werden geschonden. De anti-Friezen bleken zeer onverdraagzaam toen Friezen geheel in overeenstemming met de bovengenoemde verdragen handelden. Het ergste is nog dat onder de hetzemakers enkele zelfverklaarde Friezen zitten. Dat verschijnsel kennen we ook uit België waar vooral verfranste Vlamingen neerkeken en -kijken op Nederlandstalige Vlamingen.

5. "Kleine talen hebben geen toekomst". Ofwel: "Groter is beter". We hebben in het onderwijs gezien tot welke rampen de ongeremde grootschaligheid leidt. Mensen voelen zich meer betrokken in kleinschalige gemeenschappen. Komend uit de overbevolkte Randstad heb ik dat zelf kunnen ervaren. Het opkomen voor de Friese identiteit heeft Friesland eeuwenlang een voorsprong in menswaardig bestaan opgeleverd. En dat laten we ons niet afnemen door Friesvijandige hetzers.

Plaatsnaamborden lijken onbeduidend maar we hebben in het verleden te vaak gezien dat door het schenden van rechten van taalminderheden de vlam in de pan kan slaan met noodlottige gevolgen. Zo ben ik in de jaren zestig, zeventig en tachtig vele malen in het toenmalige Joegoslavië geweest zonder ook maar iets te merken van voortekenen die hebben geleid tot de vreselijke burgeroorlog in de jaren negentig. Ook voor Friesland geldt: voorkomen is beter dan genezen. Ik ben daarom benieuwd naar de uitslag van de komende gemeenteraadsverkiezingen in Friesland!



P.S. De Fryske Nasjonale Partij is na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014 weer gestaag gegroeid en nu de grootste partij in drie gemeenten, de tweede partij in vier gemeenten en de derde partij in Súdwest-Fryslân. Bovendien is de FNP lid van het provinciebestuur.
P.P.S. Een iets ingekorte versie van dit blogbericht verscheen op zaterdag 22 maart 2014 in de Leeuwarder Courant: "Taalvrede in gevaar". Dit verhaal is een van de meest bekeken blogberichten. Het is vertaald in het Fries verschenen in It Fryske blêd Swingel van juni 2014.

Friesland komt ook aan de orde in mijn blogberichten 21: It wrede paradys, 16: Hans Brinker and finger in a leaking dike, 12: Handicapé par la francophonie en 3: Van archieven naar memoires.


Hilbrand Polman schreef mij: "Hallo Rob, een interessante blog! Zelf heb ik als Groninger ook wel ervaren hoe Friezen omgaan met hun taal. Als niet-Friestalige wordt die je niet opgedrongen, maar het wordt gewaardeerd als je het tenminste kunt verstaan. Wat ik wel jammer vind is dat Friesland net iets te klein is om helemaal zelfstandig voorzieningen in de benen te houden. De Leeuwarder Courant is daarvan wel een sprekend voorbeeld. De krant werkt nu intensief samen met het Dagblad van het Noorden en de eindredactie geschiedt nu op de centrale redactie in Groningen." 

Toeristen vinden het Fries juist aantrekkelijk aan Friesland: It Frysk as bonus

De kosten van het verfriezen van De Friese Meren in De Fryske Marren komen lager uit dan begroot.

Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.