zaterdag 19 oktober 2013

16. Hans Brinker and a finger in a leaking dike

In de jaren tachtig en negentig heb ik honderden lezingen over Nederland gegeven in de VS. Het was een goede manier om meer te leren over het bijzondere van mijn eigen land. En over de VS vanzelfsprekend. De meeste aanwezigen bij mijn lezingen bleken het verhaal van Hans Brinker te kennen. Velen dachten dat Hans de vinger in een lekkende dijk stak om Holland te redden maar dat is echter in het boek van Mary Mapes Dodge een naamloos zoontje van een sluiswachter. Sprak ik voor een homo/lesbisch gehoor dan leidde mijn woordspeling vaak tot gegniffel maar voor veel Amerikanen is de subculturele betekenis van het woord dike voor lesbo kennelijk onbekend of men hield zich discreet in.

Waarom zegt dit vingerverhaal meer over de VS dan over Nederland? Amerikanen zijn dol op individuele helden die hun land of de wereld redden van de ondergang. Nederlanders geloven meer in polderen: to solve a problem by sharing enlightened self-interests. Het loutere feit dat men het begrip polderen niet kent, verklaart al veel. De VS is gegroeid door pioneers die land veroverden op anderen. Nederland groeide door gezamenlijk een land te ontwikkelen dat grotendeels onder de zeespiegel ligt en door zeevaarders en handelaars die eveneens gezamenlijk de wereldhandel ontwikkelden in 's werelds eerste multinational: de Vereenigde Oostindische Compagnie V.O.C. .

Engels is een wereldtaal geworden door veel landen te bezetten. Nederlands was een handelstaal en men had op een enkele uitzondering na er geen zakelijk belang bij om andere talen te verdringen. Integendeel: het is voor de handel juist goed om veeltalig te zijn en de eigen taal als geheimtaal achter de hand te houden. Zo schakelen mijn partner Herman en ik in het buitenland wel eens over op het Fries als wij vertrouwelijke dingen willen bespreken en we vermoeden dat er Nederlanders in de buurt zijn. Hoewel de Friese taal tussen het Engels en het Nederlands in ligt, leert de ervaring dat de meeste Engels- en Nederlandstaligen het niet onmiddellijk verstaan.

In de vroege Middeleeuwen bewoonden de Friezen de gehele Noordzeekust van wat nu Vlaanderen en Holland is tot in Duitsland en in de laatste duizend jaar tot aan wat nu Denemarken is. De Romeinen beschrijven aan het begin van onze jaartelling dat de Friezen terpen, human made hills, opwierpen tegen hoogwater om er te wonen en het vee te stallen.  Omdat de zeespiegel bleef stijgen begon men rond de lagere gebieden dijken te maken en zo ontstonden de polders, areas below see level surrounded by dikes. Polders konden niet gered worden door individuele vingers in dijken te steken maar alleen door gezamenlijk en planmatig de handen uit de mouwen te steken.

Iedereen zal begrijpen dat dergelijke gebieden alleen tegen het water beschermd zijn als de dijken overal voldoende hoog zijn. Zo ontstond in Nederland een diep geworteld besef van het gemeenschappelijk welbegrepen eigenbelang. Datzelfde besef leefde bij de vele scheepsbemanningen die eeuwenlang de wereldzeeën introkken: ze zaten met z'n allen in hetzelfde bootje. En dat besef werd nog versterkt door het feit dat de kleine Nederlandse staat en cultuur omringd werden (en worden) door grotere en machtige staten en culturen: de Engelse, de Duitse en de Franse.

Het is vanuit die achtergrond goed te verklaren dat de Nederlandse jurist Hugo de Groot, Hugo Grotius, een grondlegger is van het internationaal recht. Wie klein is, heeft baat bij een rechtsorde die de vrijheid van de zwakkeren beschermt. Mij viel op dat in de VS een ander vrijheidsbegrip overheerst: de afwezigheid van regels. De paradox is dat daardoor de vrijheid van de sterkeren groter wordt en die van de zwakkeren kleiner: de wetten van het oerwoud. In een polder en op een schip hebben de sterkeren er belang bij dat iedereen sterk genoeg is om de kleine gemeenschap te helpen verdedigen tegen de veel grotere gemeenschappelijke vijand: het omringende water.

In de ogen van veel Nederlanders leidt de Amerikaanse maatschappij aan een extreem egocentrisme waardoor gemeenschappelijke belangen in gevaar komen. Als velen het eigen wapenbezit als een grondrecht beschouwen dan neemt de maatschappelijke onveiligheid toe. Als men toelaat dat armen geen gezondheidszorg krijgen dan bedreigt dat de gezondheid van de rijken omdat voor iedereen besmettelijke ziekten onvoldoende bestreden worden. Als conservatieve christenen gods water over gods akker willen laten lopen dan steunen zij feitelijk het darwinisme dat zij zo bestrijden: the survival of the fittest.

Dit egocentrisme wordt nog versterkt door het districtenstelsel waarin geldt: the winner takes all. Daardoor wordt democratie opgevat als de dictatuur van de meerderheid. In Nederland, waar eeuwenlang nooit een meerderheidspartij heeft bestaan, wordt echte democratie juist opgevat als de maatschappelijke vormgeving van het beginsel dat mensen zelf zin en vorm geven aan hun bestaan zolang zij het zelfbeschikkingsrecht van anderen niet aantasten.

Americans love to see themselves as the champions of liberty. The actual lack of liberty of the poor, of ethnic minorities, of gays and lesbians eager to marry, of those who want to use recreational drugs or voluntary euthanasia contradicts with the concept of liberty as the human right to determine your own life as long as everybody respects the right to self determination of others. Those who fled the tyranny in other parts of the world shouldn't make the same repressive mistake in the country that helped them out of oppression!



See for more information on the history of Nieuw Amsterdam and New York: The Source of New York's Greatness

See for more information on Dutch influence on the USA: Willem Meiners, The Dutch Touch (2019).


Oktober 2014 werd gevierd dat Nederland en de VS 400 jaar handel met elkaar voeren.

Mijn memoires "Humanisme als zelfbeschikking, levensherinneringen van een homohumanist" zijn november 2016 uitgegeven bij de Papieren Tijger Breda.